|
Antarctica 4
We hebben de Falkland Eilanden bereikt. Het schip ligt buitengaats voor anker en de passagiers worden met tenders (daarvoor gebruiken ze de reddingsboten) naar de hoofdstad Stanley gebracht. Ik ben tijdig naar de receptie gegaan en heb om “tender pills” gevraagd. Ze keken heel raar, wat is dat nu weer? Gelukkig was de zee niet meer zo ruw toen wij aan de beurt waren om aan land gebracht te worden. Gedurende het wachten zaten we op het bovendek aan de koffie om de skyline van Stanley met zijn veelkleurige daken te bewonderen en om te zien of we wat dierlijk leven konden ontdekken. We zagen alleen een zeeleeuw de op weg was naar de haven en een verdwaalde walvis die maar kort aan de oppervlakte was.
|
|
De kleurrijke skyline van Stanley |
De tender komt ons ophalen |
De Falkland Eilanden waren al ontdekt aan het einde van de 16e eeuw maar de eerste Europese bewoners kwamen uit St. Malo, Frankrijk. Daaraan dankt de eilandengroep zijn naam Islas Malvinas. Zij vestigden zich daar in 1764. Zij bleven daar niet lang waarna de Falklands korte tijd Spaans en Argentijns waren. In het midden van de 19e eeuw stuurde Engeland er een groep van 150 gepensioneerde militairen naartoe. Zij kregen huizen en grond. Men leefde van de handel met Engeland in pelzen van robben en zeeleeuwen en olie van pinguïns waardoor deze dieren met uitroeiing bedreigd werden. Verder was er natuurlijk de walvisvaart en de veeteelt. De door de Fransen achtergelaten koeien deden het niet zo goed en men importeerde schapen. Die vraten in no time de eilanden kaal. De hoge grassen daar waren bijna verdwenen. Door ze opnieuw aan te planten, zijn deze manshoge grassen weer aanwezig.
In 1982 was er in Argentinië een militair regime. Het ging heel slecht en om de aandacht van hun onvermogen tot regeren af te leiden, bezetten ze de Falklands. Omdat Engeland ook grote problemen had, dachten de militairen dat de Engelsen niets zouden doen. Maar “de ijzeren dame”, Margareth Thatcher stuurde er militairen naartoe die in een 74 dagen durende strijd de eilanden heroverden. De hele operatie kostte het leven aan rond de 700 ongetrainde Argentijnse jongemannen en rond de 250 Britten.
In Argentinië wordt in de schoolboeken nog steeds geschreven over Argentijns bezit waarbij geschiedvervalsing niet wordt geschuwd. Argentinië is nog steeds een land in ontwikkeling en wil graag een grootmacht zijn; ze hebben zelfs een stukje Antarctica ingelijfd. Tegenwoordig wordt dit gevoel in het adolescente Argentinië al wat minder.
De Falklands waren trouwens onbewoond toen de Fransen daar landden. Men vermoedt wel dat er indianen vanuit Patagonië daar ooit geweest zijn maar zijn geen sporen gevonden van permanente bewoning.
De Falkland Eilanden bestaan uit twee grote eilanden en ongeveer 750 kleinere. In 2016 woonden er 3248 mensen. Als je met de mensen praat, voelen ze zich ontegenzeglijk Brits. Op het eiland is geen enkele pinautomaat en internet is er bijvoorbeeld heel duur.
Er waait een constante fikse westenwind en als je daar bent, moet je verschillende kledinglagen bij je hebben want het weer is zeer veranderlijk.
|
|
Zo werden we in de haven verwelkomd |
Een typisch Brits huis, nu een monument |
Stanley herbergt meer dan 90% van de bevolking. De rest woont “in camp” in verspreide boerderijen. Het land zelf is heel ruw. In het onherbergzame binnenland zie je veel veengrond die door sommige boeren wordt gestoken, gedroogd en als brandstof gebruikt. Er liggen veel verscholen vennetjes in een landschap met kort gras, varens en grote velden met witte stenen die nog uit de laatste IJstijd afkomstig zijn.
|
Verder zijn er veel bijzondere diersoorten zoals een bepaald soort albatros, ganzen, zeeleeuwen, robben, zeeolifanten en meerdere pinguïn rassen.
De zeeleeuwen lagen al lui op ons te wachten toen de tender aanlegde. |
Natuurlijk hebben we even in de stad rondgelopen en je ziet daar toch Brits aandoende huizen maar dan met felgekleurde daken die de stad vanuit zee een apart uitzicht bieden. De zuidelijkste Anglicaanse kerk bevindt zich op een steenworp afstand van de haven met daarnaast een boog die gemaakt is van de kaakbeenderen van een blauwe vinvis.
|
De meest zuidelijke anglicaanse kerk gebouwd in 1892. In 1886 werd op deze plek ook een kerk gebouwd maar die werd verwoest omdat hij in de zachte turfgrond was weggegleden.
Daarnaast staat de boog die gemaakt is van de kaakbeenderen van een blauwe vinvis. Dit kunstwerk is daar neergezet in 1933 om de honderdjarige aanwezigheid van de permanente Engelse kolonie te vieren. Omdat de beenderen langzamerhand flink werden aangetast, is het kunstwerk gerestaureerd en bedekt met een laag kunsthars. |
|
|
|
|
Binnen kun je goed zien dat er een houten dak is |
Hier zie je goed de veelkleurige daken van Stanley |
Omdat je voor excursies niet met plastic kon betalen bij de aanbieders aan wal, waren we gedwongen om er boord een uit te kiezen. Je kon niet alle pinguïns te gelijk zien dus we kozen om de rotsspringers te gaan bekijken. Die hadden we nog nooit gezien. Ze zijn wel klein maar ze leken ons grappig, zowel het lopen en springen als hun aangezicht. Ze klimmen echt heel hoog de rotsen op. Hun jongen werden gevoerd, die hoefden nog niet naar zee. Dat zou trouwens ook niet kunnen want hun verenpak is daar niet geschikt voor. Ze zijn best agressief en als er een vreemde pinguïn in hun aura komt, gaan ze me daar te keer. Een vrouw struikelde over een stuk steen. “Wat een grote rotsspringer”, zei ik tegen haar.
|
|
Een deel van de kolonie |
Ze zijn klein en zien er heel grappig uit |
|
|
Hier loopt hij over de rotsen |
Hier springt hij |
|
|
De jongen moeten ook gevoerd worden |
Er komt een vreemde pinguïn langs |
|
|
Ze waren niet schuw |
Hier zie je wat een eind ze moeten klimmen en afdalen |
Het was een heel gedoe om daar te komen. Eerst moesten we met een busje naar een boerderij. Tijdens het wachten daar hoorde ik dat ze daar helemaal zelfvoorzienend zijn. Ze stoken turf, hebben wol van de schapen, melken hun eigen koeien, bakken hun eigen brood, etc.
Bij de boerderij stapten we over op grote 4-wheel drives. Dat was ook wel nodig in dit landschap met zachte grond en veel kuilen. Na een uur durende rit, kwamen we bij de pinguïns waar we en uurtje doorbrachten om te kijken, te fotograferen en te filmen. Daarna ging het hobbel de bobbel weer terug en werden we met de landcruiser helemaal naar de boot teruggebracht.
|
|
De route zat vol met diepe kuilen |
Je ziet goed dat het er onherbergzaam is |
|
|
Tussen deze stenen uit de IJstijd lopen ook groepjes schapen rond |
Dit pas geschoren schaap hield zich op bij de boerderij |
|
|
Aan de overkant de namen van eerdere Britse patrouilleboten |
De Clyde is nu aanwezig ter bescherming |
|
|
Dit wrak uit Liverpool deed na het zinken nog lang dienst als opslag |
Een plaatselijke meeuw |
|
|
Papa gans |
Mama gans met de jongen |
Andere pinguïnsoorten waren er ook zoals de Koningspinguïn en de Magellaan pinguïn
|
|
Koningspinguïns, heel groot |
Ze doen er heel lang over om te verdwijnen |
|
|
Zij mogen wel over de grens, wij niet |
Een heleboel bij elkaar |
|
|
De Gentoo pinguïn |
De Magellaan pinguïn |
Wij gingen als laatste passagiers aan boord van de tender en op het schip aangekomen werd de kaart gescand. Ik bleek de laatste passagier te zijn en alles werd in gereedheid gebracht om weer te vertrekken.
|
|
De laatste passagiers worden naar de Zaandam gebracht |
Deze ligt buitengaats voor anker op ons te wachten |
Vandaag kon je o.a. fish en chips krijgen aan boord met daarbij malt vinegar (moutazijn), een typisch Brits gerecht. Tijdens het eten schoven de Falkland eilanden langs ons raam en na enige tijd zag je alleen maar zee. De wind begon al aardig toe te nemen, het was inmiddels windkracht 6.
’s Avonds heb ik een fantastische voorstelling bezocht in het theater waarna we ons even onderdompelden in het nachtleven aan boord van de Zaandam. Het weer werd echter steeds ruwer, dus ik besloot maar te gaan liggen en wat te lezen.
Toen ik wakker werd, was het windkracht 8. Het was lastig lopen aan boord. Ik denk dat ik maar dronken moet worden om tegenwicht te geven zodat ik recht kan lopen. Het schijnt nog erger te worden.
In ieder geval zijn we nu op weg naar Antarctische wateren waar we allerlei mooie dingen hopen te zien. Je maakt aan boord kennis met veel medepassagiers. Sommigen hebben deze reis eerder gemaakt en gaven hoog op van wat ons te wachten staat. Ik ben benieuwd. Maar nu eerst de ruwe zee trotseren. Onze dwaaltocht door Antarctische wateren schijnt geweldig te worden.
|
|